2020 Hosea - Aflevering 1: Profetie - Bronnen en Wetenschap

donderdag 07 mei

Introductie

Hosea is een boek dat – mits de Hebreeuwse grondtekst nauwgezet gevolgd wordt (daar mankeert het in veel vertalingen aan) – de lezer van de ene verbazing in de andere doet vallen. Het spreekt van een gepassioneerde liefdesrelatie tussen God en het volk Israël, maar ook over het verdriet van God als het tot een breuk komt. Daarin geeft Hosea een dramatisering van het karakter van God. En ondanks dat dit in menselijke begrippen gebeurt en daarom beperkt is, worden ons zo heilige zaken onthuld.

Het boek Hosea is eschatologisch van aard. Het spreekt over toekomstige gebeurtenissen, zoals het lot van de tien stammen van Israël en tevens over hun zegenrijke bestemming aan het eind der tijden. Al die gegevens blijken (voor zover ze tot op heden vervuld zijn) zo perfect in overeenstemming met de geschiedenis, dat Gods hand op elke bladzijde van het boek zichtbaar wordt.

De profeet Hosea zelf doet zich kennen als een warme persoonlijkheid. Daarin is hij een type, waarin iets (naar menselijke maat gemeten) van het karakter van de Eeuwige doorschemert. Hosea is een ontroerend mooi boek, waarin we woorden des levens vinden. Het is ‘t op één na mooiste verhaal in de Bijbel. Het mooiste verhaal blijft natuurlijk de geschiedenis van Jezus Christus.

 

De wachtkamer van de geschiedenis

In het boek Hosea zet de Almachtige tien van de twaalf stammen (dat is Israël, later Efraïm genaamd, naar de grootste stam) resoluut aan de kant. Zo plaats hij hen in de ‘wachtkamer van de geschiedenis’. Ze verliezen hun identiteit, de bijzondere band met Jahweh en de kennis van hun uiteindelijke heilrijke bestemming. Wat overblijft zijn stammen, families of volken, die lukraak verstrooid over de wereld wonen. Die slechts de wetenschap gemeen hebben, dat zij ergens wortels hebben in het volk Israël. Die soms nog enige Mozaïsche gebruiken handhaven en/of God dienen (hoewel gebrekkig); en… beweren af te stammen van het oude volk. De tien stammen hebben bijna alle kennis over hun hoge afkomst verloren. Ze weten slechts dat ze ‘anders zijn’. De enige die hen weet te vinden is God zelf, want Hij plaatste hen in de wachtkamer van de geschiedenis. Hij is ook degene die eens de deur van die wachtkamer zal opendoen, want dat moet gebeuren, zo zegt de profetie!

 

Gods heilige Naam is in het geding

De ondergang van Israël vormt een onduldbare smet op de reputatie van de Almachtige. De profeet Ezechiël spreekt daarover in hoofdstuk 36:20 (Grondtekst 1):

Maar waarheen zij ook onder de heidenvolken gingen, daar schonden zij mijn heilige naam. Want er werd van hen gezegd: Deze zijn het volk van Jahweh, toch hebben zij Zijn land verlaten. En Ik maakte Mij zorgen om mijn heilige naam, die zij – het huis van Israël – onder  de heiden- volken schonden, waarheen zij ook gingen.

De tien stammen moeten dus terug naar Palestina om die smaad weg te nemen, maar waar zijn zij? De Joden (de stammen Juda, Benjamin en Levi) zijn gemakkelijk herkenbaar. Sinds ruwweg het jaar 1900 zijn zij begonnen terug te keren naar het beloofde land en sinds 1948 is er weer een staat Israël. Van de tien stammen weten we maar weinig. Het lijkt erop dat zij in de geschiedenis zijn verdwenen. Ezechiël 37:19 2) voorzeg, dat ze terugkeren en weer verenigd worden met Juda/Benjamin en Levi tot één volk:

Zeg dan tot hen: Zo spreekt de Soeverein Jahweh: Ziet! Ik zal het houten paneel van Jozef nemen - dat in de hand van Efraïm is - en de (tien) stammen van Israël, zijn metgezellen. Dan zal Ik die bij de ander voegen - het houten paneel van Juda - en Ik zal hen tot één houten paneel maken. Zo zullen zij één worden in mijn hand.

En Ezechiël 36:24, grondtekst 1):

Ik zal u uit de heidenvolken te voorschijn brengen (Israël) en Ik zal u verzamelen uit alle landen (Juda) en Ik zal u terugbrengen naar uw eigen land.

De tien stammen (Israël) werden als kaf uitgestrooid (Hosea 13:3) en ging op in de volken. Maar, zij worden in de Eindtijd weer zichtbaar gemaakt (te voorschijn brengen). Dat proces is in onze dagen begonnen. Want heden melden zich volken uit India, China en Afrika, die zeggen van Israël af te stammen. Telugu Joden (Efraïm); B’ney Menashe (Manasse); Beta Yisrael (Dan); Pathanen (diverse stammen van Israël); Chiang-Min Joden, enz. In tegenstelling tot de tien stammen van Israël is het niet nodig om de Joden zichtbaar te maken. Zij zijn gemakkelijk te vinden en worden nu al verzameld uit alle landen van de wereld. Echter, het blijft niet bij Joden alleen; ook de tien stammen gaan uiteindelijk terug naar Kanaän.

 

Hosanna, de Koning komt!

U, die in deze tijd leeft, bent getuige van verbijsterende gebeurtenissen. Van een continu versnellen van de opmars van het Heil en de vervulling van alle profetie. Dat zal de wereld voorgoed veranderen. Niet Washington, Peking, Brussel of Moskou is het centrum van de wereld, maar Jeruzalem, de Godsstad. Heel lang geleden zag de Psalmist deze toekomst en zong (Psalm 2:4-6, NBG-vertaling):

Die in de hemel zetelt, lacht; de HERE spot met hen. Dan spreekt Hij tot hen in zijn toorn, en verschrikt hen in zijn gramschap: Ik heb immers mijn Koning (Jezus) gesteld over Sion (Jeruzalem), mijn heilige berg!

___________________________________________________________________________________________________________

 

Een profetie wordt vervuld

Er is heden grote belangstelling voor eschatologie* en daarmee ook voor Bijbelse profetieën die op de Eindtijd betrekking hebben. De Openbaring van Johannes, eens een bijna vergeten Bijbelboek, wordt nu gretig gelezen. Dat heeft tot een stortvloed aan publicaties geleid. Er zijn sinds 1950 meer verklaringen over Openbaring uitgegeven dan in al de eeuwen die daaraan vooraf gingen. In mindere mate geldt hetzelfde voor het boek Daniël en speciaal het tweede en zogenaamd profetische gedeelte, dat sterke overeenkomsten vertoont met De Openbaring van Johannes.

            * Leer van de laatste dingen, die de Eindtijd betreffen.

Ook de profeet Hosea spreekt over de Eindtijd. Dat lijkt op het eerste gezicht niet hét centrale thema van zijn profetie te zijn. Zeker niet als we dat strikt afmeten aan het aantal verzen dat daarover gaat. Het is echter wel de strekking van zijn bediening. De ondergang van Israël wordt namelijk steeds belicht tegen de dageraad van het heil van de toekomst. Die vindt zijn bekroning in de stichting van het Messiaanse Rijk onder het koningschap van de Messias. Dat is de uiteindelijke doelstelling.

Hosea is dus een soort wegwijzer. Allereerst wordt gezegd wat tussen God en zijn volk in het verleden fout is gegaan. Hij waarschuwt ook tegen allerlei dwaalwegen die het volk dan gaat en in de toekomst nog zal gaan. Maar…, steeds weer wordt het volk Israël het glorieuze einddoel voorgehouden.

 

De kennis neemt toe

Behalve de belangstelling voor Bijbelse profetie, blijkt ook de kennis daarvan toe te nemen. Dit geldt speciaal voor die profetische boeken, die de Eindtijd als thema hebben. Dit is niet verbazend, want dit verschijnsel werd reeds lang geleden voorzegd in Daniël 12:4 (Grondtekst):

Maar gij, Daniël, sluit deze woorden af en verzegel de boekrol tot de tijd van het einde. Velen zullen onderzoek doen en de kennis zal vermeerderen.

En in Daniël 12:8, 9 en 10 (Grondtekst):

Aangaande mij ... Ik hoorde het, maar begreep het niet. Daarom vroeg ik: mijn Heer, wat vloeit uit dit alles voort? Daarop antwoordde hij: Ga heen, nu! Daniël, want de woorden zijn toegesloten en verzegeld tot de tijd van het Einde. Velen zullen gelouterd worden en onberispelijk gemaakt en gezuiverd worden. Maar de goddelozen zullen goddeloosheid blijven bedrijven en geen enkele goddeloze zal het opmerken. Echter, zij die wijs zijn, zullen het wel begrijpen.

De geciteerde verzen maken duidelijk, dat inzicht in Eindtijdprofetie pas dan verworven zal worden, als die Eindtijd is aangebroken (of nabij). Echter, ook dan zullen alleen de verstandigen het verstaan. Dat zijn zij die wijsheid bezitten, maar dan wel in Bijbelse zin. En de sleutel tot die wijsheid levert de Heilige Geest, die aan de gelovige inzicht kan verschaffen en dit ook doet, als de tijd rijp is. Over die wijsheid spreekt onder andere Openbaring 13:18 (NBG-vertaling):

Hier is de wijsheid: wie het verstand heeft, berekene het getal van het beest; want het is een getal van een mens, en zijn getal is zeshonderd zes en zestig.

En Openbaring 17:9 (NBG-vertaling):

Hier is het verstand dat wijsheid heeft. De zeven hoofden zijn zeven bergen op welke de vrouw zit.

Er is eindeloos gespeculeerd over de betekenis van voorgaande verzen, vooral over Openbaring 13:18.

Nemen we echter de Bijbel serieus, dan is dat alles vergeefs, totdat de Heilige Geest wijsheid geeft

deze profetieën te verstaan. Echter, ook dan nog blijkt het voorbehouden te zijn aan een beperkte groep, namelijk de verstandigen. Dat zijn zij, die geloven en de profetie bestuderen. Die bijzondere status van de gelovige om de profetieën te verstaan vinden we bevestigd in de volgende teksten:

Openbaring 1:3 (NBG-vertaling):

Zalig hij, die voorleest, en zij die horen de woorden der profetie,

En Openbaring 22:6 (NBG-vertaling):   

de Here, de God van de geesten der profeten, heeft zijn engel gezonden om zijn knechten te tonen hetgeen weldra geschieden moet.

Vergelijkbare uitdrukkingen vinden we in Mattheüs 24:15, maar ook in Marcus 13:14 waar geschreven staat: Die het leest (de wijze dus), geve er acht op. En in Openbaring 2 en 3, waar elk van de zeven brieven aan de gemeenten in Azië aldus eindigt: Wie een oor heeft, die hore wat de (Heilige) Geest tot de gemeenten zegt. Dat oor heeft alleen de wijze (dus de gelovige) die op luisteren is ingesteld, want alleen tot haar of hem spreekt de Heilige Geest. Die verlichting uit de Heilige geest blijkt ook uit 1 Thessalonicenzen 5:4a

Maar gij broeders, zijt niet in de duisternis, zodat die dag u als een dief overvallen zou: want gij zijt allen kinderen des lichts en kinderen des dags.

Het Oude Testament kent vergelijkbare uitdrukkingen. Zo vinden we in Zacharia 9:1 (Grondtekst):

Bestemd voor hen, die het oog houden op de HERE en op alle stammen van Israël.

Maar ook in Micha 6:9 (Grondtekst, waar staat:

dan is het wijsheid als men uw Naam daarin ziet.

 

In al de geciteerde teksten spreekt de profetie over een bepaalde categorie mensen, die op Gods tijd inzicht en wijsheid verwerven om de profetieën aangaande de Eindtijd te kunnen verstaan. Dit proces loopt parallel aan de toename van het kwaad in de wereld. Ook dat is een kenmerk, waaraan kan worden afgemeten of de Eindtijd aanstaande is. Evenals de toenemende staat van heiligheid, die de ware gelovige dan zal kenmerken. Nog eens: Daniël 12:10 (Grondtekst):

Velen zullen gelouterd worden en onberispelijk gemaakt en gezuiverd worden. Maar de goddelozen zullen goddeloosheid blijven bedrijven en geen enkele goddeloze zal het opmerken. Echter, zij die wijs zijn, zullen het wel begrijpen.

Het ware kind van God wordt dus heiliger in de Eindtijd en daarmee meer afkerig van het kwaad. Parallel aan dat fenomeen neemt de diepte van het kwaad toe. Daarover spreekt ook Openbaring 22:11 (NBG-vertaling):

Wie onrecht doet, hij doe nog meer onrecht; wie vuil is, hij worde nog vuiler; wie rechtvaardig is, hij bewijze nog meer rechtvaardigheid; wie heilig is, hij worde nog meer geheiligd.

Wel, dit proces, waarin door de gelovige wijsheid, dus inzicht, wordt verkregen; maar ook goed en kwaad beide toenemen (en daardoor scherper tegen elkaar gaan afsteken), is vandaag in werking!

___________________________________________________________________________________________________________

 

Bijbelse Wetenschap

Het is zonneklaar dat veel schriftgelovige christenen groot wantrouwen tegen de wetenschap hebben ontwikkeld. Dit heeft zijn wortels in een lange historie, waarbij die wetenschap zijn kennis en inspanning graag inzette om aan te tonen, dat de Bijbel onbetrouwbaar is. Die wetenschap had (helaas) vaak gelijk. Want de christelijke kerk (niet de Bijbel) hing in het verleden nogal eens standpunten aan, die strijdig waren met onloochenbare bewijs uit die wetenschap. Dat heeft de liefde tussen beide partijen niet bevorderd. Deze strijd duurt tot op heden voort.

Schriftgelovige christenen concentreren zich, vooral om voorgaande reden, gewoonlijk uitsluitend op Bijbelonderzoek. Aldus veronachtzaamt men andere bronnen van kennis. Dit laatste is, hoe begrijpelijk ook, heel jammer. Want in toenemende mate blijkt, dat de Bijbel veel betrouwbaarder is, dan men altijd gedacht heeft. Zo is er tegenwoordig toenemend bewijs voorhanden, dat de boeken van Mozes inderdaad geschreven zijn in de tijd, waarover ze handelen. Ook wordt het zelfs niet meer uitgesloten, dat deze voor een groot deel van de hand van Mozes zelf kunnen zijn.

Zo is gebleken, dat de beschrijving van de Egyptische plagen, maar ook die van de uittocht van de twaalf stammen uit Egypte, niet zo maar als een verzameling mythen en sagen beschouwd kunnen worden. Er bestaan nu sterke aanwijzingen, dat wellicht sprake is van een heel precieze beschrijving van historische gebeurtenissen. Dat wil niet zeggen, dat men de tien plagen als wonderen van God is gaan zien. Dat is voor de seculiere wetenschap een brug te ver; daar heeft men een natuurlijke oorzaak voor gevonden.

Het Boek Daniël

Nog een sprekend voorbeeld is het boek Daniël, waarvan het ontstaan door de seculiere wetenschap in de periode 200-160 v. Chr. werd gesteld. Dit, in tegenstelling tot de datering die de profeet zelf geeft. Tegenwoordig bestaan er sterke aanwijzingen, dat het boek minstens 100 jaar ouder is en wellicht inderdaad ontstaan is in de periode die het zelf aangeeft. Voorgaande constatering is van groot belang. Want, volgen we de eerste datering, dan blijken de diverse toekomstvoorspellingen, die op de korte termijn uitzien, geschreven te zijn nadat ze al hadden plaatsgevonden. Een vorm van vervalsing, die in het licht van de Bijbelse boodschap ronduit onaanvaardbaar zou zijn. In het tweede geval is echter sprake van echte toekomstprofetie!

 

Betere vertalingen

Nu is er natuurlijk ook onverdachte Bijbelse wetenschap. We duiden dan speciaal op de toenemende kennis van de taal van het Oude Testament, het Oudhebreeuws, maar ook op de vele oude boekrollen, die onder andere rond de Dode Zee gevonden zijn. De onderzoeksresultaten daarvan hebben nieuwe inzichten en gegevens betreffende de grondtekst opgeleverd. Als gevolg daarvan beschikken we heden over betere vertalingen dan bijvoorbeeld die van het NBG of NBV (Helaas geldt deze stelling vooral voor het Engelstalige gebied). In die nieuwere vertalingen blijken vooral de profetische boeken veel beter leesbaar te zijn geworden.

 

Nieuwe media

Ook is, dankzij de algemene verspreiding van de personal computer, de Bijbel in allerlei vertalingen via goedkope cd-roms voor velen meer toegankelijk geworden. Grondtekst, exegese en commentaren; het is er allemaal en in verbijsterende hoeveelheden. En – alsof dat nog niet genoeg is – de ontbrekende gegevens zijn vrijwel altijd verkrijgbaar via het internet. Een direct gevolg is een enorme toename van Bijbelonderzoek, dat vaak van een verrassend hoog niveau is. Daarnaast wordt via het internet een open discussie gevoerd over uiteenlopende exegetische zaken. Ook dit leidt tot verrijking van kennis. Zo wordt de profetie van Daniël op wonderlijke wijze vervuld.

___________________________________________________________________________________________________________

Belangrijke Vertrekpunten

Bij de bestudering van Hosea is het nodig, om een aantal vooronderstellingen te maken als vertrekpunt, waarop de exegese van mijn Bijbelverklaring is gebaseerd.

1. Wat wij lezen is gewoonlijk een vertaling die uit oude teksten is samengesteld. Elke vertaling is echter ook een vorm van exegese. Want de visie van de vertaler zal altijd invloed uitoefenen op zijn werk. Het kritisch lezen van een vertaling is dus, zeker gezien de verbeterde grondtekst die vandaag beschikbaar is, niet alleen nuttig, maar zelfs noodzakelijk.

2. Als basis: drie vertalingen en de grondtekst

    In mijn verklaring is de NIVIHEOT-grondtekst leidraad. Die is gebaseerd op de Codes Sinaitus. Daarnaast raadpleeg ik de NBG-, de Staten- en de NIV-vertaling ter vergelijking.

3. De grondtekst heeft het grootste gezag

Het blijkt, dat er vaak sprake is van verschillen tussen de diverse Bijbelvertalingen van Hosea die in omloop zijn. Soms zijn de verschillen zelfs groot. In die gevallen wordt de grondtekst geraadpleegd.

4. Het Oudhebreeuws is een heel moeilijke taal

Er is wereldwijd slechts een beperkte groep taalspecialisten, die deze taal zo goed beheersen, dat zij met gezag kunnen spreken. Pas als specialisten de krachten bundelen, zoals bij de totstandkoming van de NIVIHEOT-grondtekst is gebeurd, heeft dit gezag het vereiste niveau bereikt.

5. Het is een misvatting te veronderstellen, dat, als iemand enige of zelfs een behoorlijke kennis van het Oudhebreeuws bezit, hij in staat is een vertaling te presenteren die gezag heeft. Alle afwijkende vertalingen dienen breed te worden verantwoord en gedragen door specialisten.

5. Voor de het lezen van de Hebreeuwse- of Griekse grondtekst is dus geen kennis (meer) nodig van de klassieke talen. Wel kennis van de beschikbare literatuur. Die zijn gewoonlijk Engelstalig. Dat betekent dus met grote volharding en vele jaren studeren. Dat verlangt daarom een grote inzet, echter het resultaat is een verdiepte kennis van de Bijbel. Dat is altijd de moeite waard.

 

Dit is een uittreksel. Voor een veel uitgebreider bespreking verwijzen we naar:  De Profeet Hosea door G.A. van de Weerd.

Copyright: Gert A. van de Weerd; PMI Boeken BV.

Terug naar overzicht
2020 Hosea - Aflevering 1: Profetie - Bronnen en Wetenschap