2019 - Jesaja deel 2, aflevering 11: Jesaja 51vs 9-15 en 52

vrijdag 15 maart

Jesaja 51:9-15 Israël Ontwaak!

Deze tekst (zoals veel voorkomt in Jesaja) staat in de Perfectum Propheticum. Dat is de verleden tijd van de profeten. Jesaja spreekt over toekomstige gebeurtenissen alsof die al hebben plaats- gevonden en geeft zelfs precies het tijdstip aan, waarop die zullen plaatsvinden.

Na de belofte dat God zelf zorg zal dragen voor de ondergang van de vijandelijke wereldmachten en de aankondiging dat het Messiaanse Rijk gaat beginnen, wordt het bekeerde overblijfsel van Israël opgeroepen om uit hun schuilhoeken tevoorschijn te komen. Dat vinden we ook in Jesaja 49:7 en 9 beschreven.

 

9a: Ontwaak, ontwaak; omwikkel uzelf met de kracht van de arm van Jahweh. Waak op als in vervlogen dagen, gij geslachten der eeuwen.

Als de Hoogheilige eenmaal besloten heeft in te grijpen, worden grote machten  ingezet. Jesaja noemt dat de kracht van de arm van Jahweh. God beheerst de elementen en stuurt hemelse legers. Zijn generaals zijn de zeven aartsengelen onder aanvoering van de Messias, Jezus Christus. 

9b: Is juist Hij niet degene die Rahab splijt door de draak te ontheiligen?

De naam Rahab betekent snoever. Hij wordt tevens draak genoemd en dat is Satan. God zelf  ontheiligt hem. Dat is: verbant hem uit de hemel, Openbaring 12:7-12 spreekt erover.

Het woord splijt betekent in dit kader afscheiden van. Waarschijnlijk duidt dat op het ontheiligen van Satan (de draak). Dat gebeurt doordat hij uit de hemel verbannen wordt. Die hemel is niet de woonplaats van God. Dat noemt de Bijbel de (aller)hoogste hemel. Hier wordt op de derde hemel gewezen (2 Korintiërs:1-4), waar volgens Paulus ook het paradijs gevonden wordt. Dat is de woonplaats van engelen, aartsengelen en andere hemelse machten (Job 1 en 2 en Zacharia 3).

10: Was juist Hij het niet Die de watermassa deed opdrogen, de wateren van de Tehom; Die haar overvloed in een woestenij veranderde? Die vanuit Mijn diep verborgen watermassa een pad baant voor de vrijgekochten om daarnaar te kunnen over te steken?

Met het opdrogen van de watermassa doelt Jesaja op wateren van de Tehom die eens de Hof van Eden bevloeiden en de mens vrij van ziekte en veroudering maakte. Die bron van overvloed werd na de zondeval afgesloten (diep verborgen), waardoor de aarde verloederde (woestenij). In het Messiaanse Rijk wordt die bron weer ontsloten. Dat is de tempelbeek, waar Ezechiël 47 over spreekt. De vrijgekochten zijn de Israëlieten die hun Messias gevonden hebben. Zij gaan het Messiaanse Rijk binnen en mogen van dat water drinken. En Ezechiël 47:12 zegt over de bomen aan haar oevers: De vrucht ervan zal tot voedsel dienen en het blad ervan tot genezing.

11: Ja, zij die door Jahweh zijn vrijgekocht zullen terugkeren en Sion al zingende binnengaan. Een altijddurende blijdschap zal op hun gezicht liggen. Vreugde en blijdschap zullen hen overweldigen, leed en verdriet wijken.

Je ziet het haast voor je. Een zingende massa mensen, stralend van geluk en blijdschap, die Jeruzalem binnentrekken. En in de euforie van het moment wijkt de herinnering aan het leed en verdriet en de verschrikkingen die zij achter de rug hebben.

12: Ik, ja Ik alleen ben het Die u troosten kan; wie anders? Maar u vreest Mij als sterveling, omdat u zult sterven. Want als zoon uit Adam vergaat hij als gras.

De oordelen Gods zijn verstomd; de stilte van het Interregnum breekt aan – dat is de periode tussen de laatste oordelen en de troonsaanvaarding van de Messias in Jeruzalem. Het is in die  maanden dat de vrede van Jahweh op aarde nederdaalt. Hij alleen kan troostenwie anders?

Bij de gelovigen, die De Grote Verdrukking overleefd hebben, zal de schrik over het woeden van de Antichrist en Gog en het verwoestende geweld van de oordelen er nog diep in zitten. Als zoveel mensen sterven, zal ieder ook voor zijn of haar eigen leven vrezen. Dat is de tegenstelling

die deze profetie in vers 12b oproept. Zo staat Gods belofte van heil in schril contrast met de

nachtmerrie van het nabije verleden die dood, verschrikking en verwoesting bracht.

13: Want u vergat Jahweh, uw maker, Die de hemelen uitspande en de aarde grondvestte. Ook werd u voortdurend opgeschrikt, elke dag, vanwege de furie van de onderdrukker, want hij vestigde zich om te verwoesten.

Scherp wijst de Hoogheilige zijn volk op het verleden, toen Israël zijn Messias nog niet gevonden had; sterker nog, Hem afwees. Dat had vreselijke gevolgen voor Gods volk, want daardoor werd de vloek werkzaam die ooit door Mozes was uitgesproken (Deuteronomium 28:37, 62 en 64-67).

37: U zult een verschrikking, een spreekwoord en een voorwerp van spot zijn onder al de volken waar de HEERE u naartoe voeren zal.

62: U zult met weinig mensen overblijven, terwijl u zo talrijk was als de sterren aan de hemel, omdat u de stem van de HEERE, uw God, niet gehoorzaam geweest bent.

64: De HEERE zal u verspreiden onder al de volken, van het ene einde van de aarde tot aan het andere einde van de aarde. Daar zult u andere goden dienen, die u noch uw vaderen gekend hebben, hout en steen.

65: Daarbij zult u onder die volken niet tot rust komen en uw voetzool zal geen rustplaats hebben, want de HEERE zal u daar een bevend hart, kwijnende ogen en een treurende ziel geven.

66: Uw leven zal voor u aan een zijden draad hangen; u zult nacht en dag beangst zijn en uw leven niet zeker zijn.

67: 's Morgens zult u zeggen: Was het maar avond!  En 's avonds zult u zeggen: Was het maar morgen! vanwege de angst die uw hart bevangen heeft en vanwege het schouwspel dat uw ogen zien.

Het zal duidelijk zijn dat Jesaja 51:13 ook op andere tijden van vervolging ziet (zoals de Holocaust), maar de profetie spitst zich toe op De Grote Verdrukking. Vandaar de zinsnede: vanwege de furie van de onderdrukker, want hij vestigde zich om te verwoesten. En daarmee wordt haarfijn de doelstelling van de Antichrist (en achter hem Satan) aan het licht gebracht.

14: Maar, waar is nu de razende woede van de onderdrukker? Men zal zich haasten om amnestie te verlenen, zodat zij niet zullen sterven in de kerker. Ook zal het hen niet ontbreken aan brood.

God snelt Israël te hulp en maakt een einde aan de macht van de Antichrist en Gog. De Antichrist wordt gedood door een machtwoord van Jezus Christus (2 Thessalonicenzen 2:8) en de legers van Gog uit Magog worden uitgeroeid door De Plaag (Zacharia 14:12). Wereldwijd wordt aldus met harde hand duidelijk gemaakt dat er een nieuwe macht is opgestaan. Dat Jahweh nu regeert en Jezus Christus zijn stadhouder op aarde wordt – koning in Jeruzalem. Dat heeft onmiddellijk gevolgen voor Israëlieten en christenen die gevangen zitten en wachten op hun executie. Men zal zich haasten om amnestie te verlenen, zodat zij niet zullen sterven in de kerker. Zij worden vrijgelaten en royaal van voedsel en kleding voorzien, zoals ook Jesaja 49:23 getuigt.

15: Want Ik ben Jahweh, uw God, Die de zee opzweept, zodat de golven bulderen – Jahweh van de Hemelse Legermachten is zijn naam.

16: Ik leg Mijn woorden in uw mond en Ik bedek u met de schaduw van Mijn hand, om u in de hemelen te planten en op aarde te grondvesten en ten behoeve van Sion te zeggen: U bent Mijn volk!

Nu de keuze gevallen is en God zich aan de kant van het volk Israël schaart, wordt nog meer heil toegezegd. Dat betreft onder andere de nieuwe positie van Israël, dat een hoge status krijgt onder de volken. Dat vereist uitstraling en zelfbewustzijn. Dat verwerf je niet in een handomdraai, zeker niet als je net uit een positie van verschoppeling van de wereld komt. Ook dat bewerkt God, want Ik leg u Mijn woorden in uw mond. Van die tijd af vertegenwoordigt Israël Jahweh in de wereld.

Nog een zegen is de absolute bescherming tegen mogelijke vijanden door God (de schaduw van Mijn hand). Daar sprak Jesaja ook al over in hoofdstuk 4:5 en 6. Sion duidt uiteraard op de tempel in Jeruzalem, waar God weer gaat wonen.

Zo spreekt de profetie gedetailleerd over een enorme statusverandering van het volk Israël, die zowel in de hemel (in de hemelen te planten) als op aarde door God zelf wordt bevestigd.

De beperkte tijd per uitzending staat ons helaas niet toe alles in detail te bespreken. We hebben dan ook veel moeten schrappen Ook voor de bespreking van Jesaja 51:17-22 verwijzen we naar: Van de Weerd, De Profeet Jesaja, deel 2.

Jesaja 52:1-6 Waak Op Jeruzalem!

1: Waak op, Waak op! Wees zelfbewust, o Sion. Trek uw mooiste kleren aan, o Jeruzalem; gij heilige stad! Want nooit meer zullen onbesnedenen en onreinen zomaar in u binnengaan.

Jeruzalem wordt opgeroepen zich klaar te maken voor een feestelijke gebeurtenis; de intocht van de Messias. De stad is bevrijd, dus is Jezus (na Zijn wederkomst op de Olijfberg; Zacharia 14:4) Jeruzalem al binnen getrokken. Jeruzalem wordt heilige stad genoemd. Dat sluit uit dat er nog onbekeerde mensen wonen. Die zijn omgekomen (Zacharia 14:2c). De vijand wordt door Jahweh zelf weggevaagd (Zacharia 12:9). De achterblijvers (in Zacharia 14:2 het overige van het volk genoemd) komen tot bekering (Zacharia 12:10-14) en zijn dan ‘gelovig Israël’ geworden.

Het is niet alleen feest, omdat de Messias zijn intrede doet. Ook omdat Jeruzalem volkomen veiligheid wordt toegezegd (nooit…). Dat wordt vervuld in het Messiaanse Rijk, als Jahweh weer in de tempel woont en Jeruzalem de hoofdstad van de wereld is geworden.

2: Schud het stof van u af en sta op! Bewoon Jeruzalem! Ontdoe uzelf van het juk van Mijn kastijding op uw nek, o gevangenen van de Dochter van Sion.

De tekst wijst op hen die Jeruzalem gaan bewonen; voormalige gevangenen van de Dochter van Sion (door toedoen van de Antichrist). Het juk van Mijn kastijding is de bedekking die God op Israël gelegd heeft, waardoor ze Christus moeilijk herkennen (2 Korintiërs 3:15-16). De nationale bekering, waar Zacharia 12:10-14 over spreekt, maakt er een einde aan. – We springen nu naar vers 6.

6: In waarheid zal Mijn volk Mijn naam kennen. Ja in waarheid – op de gestelde tijd –, want Ik alleen ben het Die het Woord heeft: zie Ik ben!

Veel Israëlieten dienen God, maar het kennen in waarheid houdt ook de aanname van Jezus als verlosser in. Zonder dat is die waarheid niet compleet. Dat is Israël keer op keer voorgehouden, ja, door de Messias zelf. Hij bood het volk de laatste kans op een nationale bekering. Sindsdien gaat het gebukt onder een bedekking die de weg tot Christus moeilijk begaanbaar maakt. Helaas gaat de deur tot de waarheid vs6a pas in De Grote Verdrukking weer open; als de ellende van de tweede Holocaust het volk Israël de ogen opent. Pas dan zal het zijn Verlosser vinden.

Het Woord ziet op de Raad Gods. Ik heb vaak mij afgevraagd of in vers 6 een toon van bitterheid klinkt. De Raad Gods is een wegwijzer die naar het heil leidt. Maar dat dit met zoveel lijden gepaard moet gaan, is niet gemakkelijk te verwerken. Niet voor ons, mensen en… wellicht ook niet voor de Hoogheilige zelf. Maar, Hij is zichzelf tot wet en dat sluit elke andere weg uit. Mogen we dan met Hem mee treuren? Of,… moeten we hier een stap terug doen, omdat het heilige grond is? – omdat de zin sluit met het strenge - zie Ik ben!

Jesaja 52:7-15 De Vervulling van de Raad Gods

Deze perikoop spreekt over een toekomstig gebeuren en doet dat op een manier die de indruk vestigt dat die vastligt, en dat is ook zo. Dat wil niet zeggen dat de Eindtijd ook vanuit het heden van data is te voorzien. Pas als de Antichrist gekomen is en de Gemeente van Christus van de aarde verdwenen is, gaat de teller van Gods Raad ook naar datum van start. Van dat moment af ligt de geschiedenis vast. Dan begint een periode van zeven jaar (De Grote Verdrukking) die gevolgd wordt door de duizend jaar van het Messiaanse Rijk.

7: Hoe lieflijk zijn de voeten op de bergen van de brenger van goed nieuws, die de Shalom aankondigt, vol vreugde het goede brengt, heil verkondigt en tegen Sion zegt: Uw God regeert!

Er komt iemand naar Jeruzalem die goed nieuws brengt en de Shalom aankondigt. Dat blijkt het goede, de vreugde en het heil te zijn. Kortom de ingrediënten van een ideale maatschappij, het Messiaanse Rijk, als de wereld onder de soevereiniteit van Jahweh zal vallen (Uw God regeert!).

Wie is deze boodschapper? Dat zegt de tekst niet, maar ligt het niet voor de hand om aan Jezus Christus te denken? Wordt van Hem niet gezegd (Zacharia 14:4 HSV): Op die dag zullen zijn voeten staan op de Olijfberg? Begint met Zijn tweede komst niet het Messiaanse Rijk?

8: Luid klinkt de stem van uw wachters. Zij verheffen hun stem, samen jubelen zij; want met eigen ogen zien zij de terugkeer van Jahweh naar Sion.

Met uw wachters doelt Jesaja op de aartsengelen die Jeruzalem bewaken. De terugkeer van Jahweh naar Sion is onvervulde profetie. Dat gaat nog gebeuren, Ezechiël 43: 1-7 spreekt daarover. De Wachters zien Jahweh met eigen ogen. Ook daaruit leiden we af dat geen mensen bedoeld worden, want volgens de Bijbelse getuigenis sterft een mens als hij God ziet (Exodus 33:20 en Johannes 1:18).

9: Breek samen uit in gejubel, gij ruïnes van Jeruzalem, want Jahweh troost zijn volk en koopt Jeruzalem vrij.

10: Jahweh ontbloot heel zijn heilige arm voor de ogen van al de heidenvolken. Dan zien de einden van de aarde de volheid van het heil van onze God.

Het vrijkopen van Jeruzalem verlost het van de zondeschuld, waardoor het een heilige stad wordt. Dat moet ook wel, want dat is de voorwaarde voor de terugkeer van Jahweh. De stad is kennelijk zwaar beschadigd gedurende De Grote Verdrukking. Zacharia 14:2 spreekt daarover.

Als God teruggekeerd is naar de tempel en Jezus Christus koning geworden is, wordt zijn macht over de hele aarde uitgebreid (vers 10). De tekst spreekt verder voor zich.

Voor de bespreking van Jesaja 52:10-12, die o.a. over het herstel van de priesterdienst gaat, verwijzen we naar: Van de Weerd, De Profeet Jesaja, deel 2.

Jesaja 52:13-15 De Triomferende Dienaar

Deze verzen spreken over de verheerlijkte Jezus. Niet over de lijdende Dienaar (zijn leven en sterven op aarde), waar Jesaja 53 over spreekt, maar de triomferende (als Hij wederkomt).

13: Aanschouw het wijs handelen van Mijn Dienaar: Hij zal verheven zijn, Hij zal verhoogdworden en Hij zal buitengewoon verheerlijkt worden.

Van oudsher zag men hier een verwijzing naar de drie stadia van verhoging van de Heer Jezus: Zijn opwekking, Zijn hemelvaart en Zijn verhoging in de hemel aan de rechterhand van zijn Vader en dat is het natuurlijk ook. Op geen enkel manier is anders recht te doen aan de tekst. Dat maakt de verklaring ook zo kort, want er is weinig wat we aan deze woorden kunnen  toevoegen. Hier stelt Jahweh zijn Zoon, Jezus Christus, voor als de Dienaar-koning.

14: Hoewel velen diep onder de indruk waren van Hem, werd Hij in rechte verdorven. Zijn verschijning is als die van een man en zijn gestalte uit de kinderen van Adam.

Wat is profetie toch onthullend. Hier spreekt Jesaja over de diepe indruk die Jezus op mensen maakte, eeuwen voordat Hij geboren werd. Mattheüs 7:28-29 getuigt er over.

Het woord verdorven komt in de Bijbel ook voor in de betekenis doden (2 Kronieken 25:16 en 35:21). Jezus werd officieel ter dood veroordeeld door zowel een civiele rechter (Pilatus) als een religieuze rechtbank (het Sanhedrin).  Inderdaad, volgens het recht. Dat was echter wel het recht van de wereld, niet het recht van God, zoals in vers 15.

De opgestane Jezus draagt een verheerlijkt lichaam. Dat is anders dan een aards lichaam dat aan verval onderhevig is. Toch wordt gezegd dat Hij eruit zal zien als een man en een afstammeling van Adam. Hij zal dus in niets te onderscheiden zijn van een mens, behalve dan dat Hij een hemels lichaam draagt. Zullen zijn littekens zichtbaar zijn? Ik denk het wel.

15a: In rechte zal Hij de heidenvolken overvloedig besprenkelen.

In het Messiaanse Rijk is Gods wet bindend voor de gehele wereld. Dat recht kan alleen ten volle uitgeoefend worden, als de mens bevrijd is van occulte belasting en zondesmet. Het toegepaste woord (nâzâh = besprenkelen) wijst op een ritueel dat de zondaar rein maakt. En met die algehele ‘schoonmaak’ van de aarde wordt het Messiaanse Rijk gezuiverd.

15b: Voor Hem zullen koningen zwijgen.

Als Jezus Christus tot hoge koning in Jeruzalem gekroond is, zullen alle koningen van de aarde Hem onderhorig zijn.

15: En wie van hen geen boek heeft, zal het zien en zij die niet opmerkzaam zijn geweest, zullen inzicht ontvangen.

Wat bedoelt Jesaja toch met het boek? Ik denk de Bijbel. Want in de tweede helft van De Grote Verdrukking zullen christenen meedogenloos vervolgd worden. De Bijbel zal dan een verboden boek zijn. Velen, vooral zij die nog niet tot geloof kwamen, zullen geen Bijbel meer hebben om daaruit te kunnen begrijpen wat er om hen heen gebeurt. Dat hoeft ook niet, zij zijn toeschouwer en zullen inzicht ontvangen. Dat is: onderwezen worden. Jesaja 2:3, Grondtekst, spreekt erover: Want van Sion zal onderwijzing uitgaan en het Woord van Jahweh uit Jeruzalem.

Terug naar overzicht
2019 - Jesaja deel 2, aflevering 11: Jesaja 51vs 9-15 en 52