2022 Zacharia - Aflevering 12: Zacharia 14

dinsdag 01 maart

Tweegesprek tussen Gert van de Weerd en Henk Schouten

De Profeet Zacharia

Waar staan we - Een geheugensteun

Met dit hoofdstuk komt Zacharia tot een climax. Er worden verbijsterende gebeurtenissen voorzegd die alle eschatologisch van aard zijn en de aarde zullen transformeren naar een heel andere wereld; een betere wereld: Het Messiaanse Rijk. Niet ten onrechte wordt dit deel van Zacharia klein Openbaring genoemd, want er zijn opvallende parallellen met dat Bijbelboek.

Na de Opname van de Gemeente begint de Grote Verdrukking (Mattheüs 24:21). In die periode wordt de tempel herbouwd (of kort daarvoor); begint ook de Grote Verdrukking en sluit de Antichrist een verbond met de staat Israël. De Joden zullen in de Antichrist de Messias zien en hem blindelings volgen. Na bijna drieënhalf jaar van de zeven (de Grote Verdrukking) zal de Antichrist een afgodsbeeld oprichten in de voorhof van de tempel. Dit beeld zal tot leven komen en spreken (Openbaring 13:14-15a). De Antichrist zal wetten uitvaardigen die iedereen verplichten het beeld van het beest te aanbidden, op straffe des doods (Openbaring 13:15b). Dan vallen bij veel Joden de schellen van de ogen en beseffen ze dat de Antichrist de Messias niet is, maar een creatie van Satan. Over dat moment van inzicht profeteert Jezus in Mattheüs 24:15-16 (HSV): Wanneer u dan de gruwel van de verwoesting, waarover gesproken is door de profeet Daniël, zult zien staan op de heilige plaats – laat hij die het leest, daarop letten! – laten dan zij die in Judea zijn, vluchten naar de bergen .

Met de ‘tot leven wekking’ van het Beeld van het beest en de massale aanvaarding van die afgodendienst door de mensheid, schaart het grootste deel van de wereldbevolking zich aan de zijde van Satan. Dat is een oorlogsverklaring aan God en Die antwoordt met de grote oordelen van de Eindtijd. Die vallen dus in de tweede helft van de Grote Verdrukking (van zeven jaar). Na ruim drie jaar van de tweede helft verliest de Antichrist zijn grip op de ontwikkelingen (mede door de aanhoudende oordelen van God). Zijn vazallen komen tegen hem in opstand en dan creëert Satan een nieuwe macht – Gog uit Magog. Die marcheert op tegen de Antichrist die dan in Jeruzalem zetelt en daarmee begint Zacharia 14:1.

Zacharia 14:1-3 De Antichrist Verslagen - Harmageddon

v1  Wees alert! De dag van Jahweh zal komen, waarop de op u behaalde buit in uw midden zal worden verdeeld.

v2  Dan zal Ik de heidenvolken tot de laatste man verzamelen aangaande de strijd tegen Jeruzalem. De stad zal worden ingenomen, de huizen geplunderd en de vrouwen geschonden. De helft van de stad zal in ballingschap gaan, maar het overblijfsel van het bondsvolk zal niet van de stad afgesneden worden.

v3  En Jahweh zal uittrekken om tegen die volken te strijden, zoals vroeger, toen Hij streed ten dage van de veldslagen.

Vers 1: De uitdrukking Dag van Jahweh komt 19x in het Oude Testament voor. Daarmee worden de oordelen van God over de aarde bedoeld – de Eindtijd. Zo wordt deze profetie stevig in de tijd verankerd.

De aanvaller is Gog uit Magog met bondgenoten. Op dat moment regeert de Antichrist in Jeruzalem, maar hij moet de stad opgeven. De behaalde buit betreft dus vooral de Antichrist en zijn regering.

 

Vers 2: De tekst zegt Jahweh (Ik) zich actief met de loop van de geschiedenis gaat bezighouden. De profetie werkt nu naar een climax die uitloopt op Harmageddon – de vernietiging van alle vijandelijke legers door de Plaag, zoals in Zacharia 14:12-15 beschreven wordt. Dit is de voorfase daarvan; de legers van Gog en Magog trekken op tegen de Antichrist die dan in Jeruzalem zetelt. Dat gebeurt op bevel van Satan die de falende Antichrist vervangen wil door een nieuwe dictator: Gog uit Magog.

 

Vers 2a: Dan zal Ik de heidenvolken tot de laatste man verzamelen aangaande de strijd tegen Jeruzalem – Alle Godvijandige machten spoeden zich naar Jeruzalem, waar hen de ondergang wacht. Er staat Ik – God spreekt! Hoe kan dat? Stuurt God de vijandelijke legers naar Jeruzalem? In zekere zin wel, hoewel niet in de vorm van een bevel. Dat zegt ook Zacharia 12:2 (grondtekst) dat we nog eens herhalen:

Zie Mij aan, Die Mijn toegenegen Jeruzalem tot een beker van stuiptrekken maak voor alle coalitievolken rondom; evenzo geldt dat voor Juda Dit zal tijdens de belegering geschieden.

Dwingt God dan de vijandelijke legers om naar Jeruzalem te gaan? Neen, Hij houdt ze niet tegen! Want in die tijd is Jeruzalem dé politieke brandhaard van de wereld. Daar is dan de macht van de Antichrist geconcentreerd. Daar staat de nieuwe en laatste tempel van Jahweh die op dat moment beveiligd wordt door de twee getuigen 1) (Openbaring 11), waardoor de Antichrist het Heilige en Heilige der Heiligen van de tempel niet kan binnengaan! Daar is de plaats waar Jezus Christus eens gekruisigd werd en uit de dood opstond.  Daar zal Jezus wederkomen en tot koning over het Messiaanse Rijk worden uitgeroepen.

Voor Satan is Jeruzalem ‘the place to be’ en dat geldt ook voor zijn trawanten. God zelf heeft Jeruzalem tot een obsessie voor Satan gemaakt, omdat het de plaats is waar Hij gewoond heeft en weer gaat wonen. En deze stad heeft daarom een ‘aanzuigende werking’ op alle vijanden van God!

  1) Deze voor veel lezers ongewone verklaring wordt in mijn verklaring van Openbaring uitgebreid en stevig van een Bijbels fundament voorzien: Weerd, Openbaring, pagina 358-364 en 383-392

Jeruzalem: Een Dodelijke Gifbeker

Jahweh presenteert Jeruzalem als een beker van stuiptrekken – een dodelijke gifbeker. Als een steen die de vijanden van God moeten opheffen en waarmee zij zich dodelijk zullen verwonden (Zacharia 12:3).

Aan het einde van de Grote Verdrukking is de macht van de Antichrist tanende en komen zijn vazallen tegen hem in opstand. Satan wekt daarom een tweede boze macht op, Gog uit Magog, aangevuld met de voormalige vazallen van de Antichrist. Die ‘tweede kwade macht’ moet afmaken wat de Antichrist dan niet is gelukt – dat is de vestiging van het rijk van Satan op aarde. De Antichrist wordt dus afgedankt.

 

Satan Bestrijdt de Antichrist? Het lijkt vreemd dat de legers van Gog uit Magog, die evenals de Antichrist vijanden van God zijn, ten strijde trekken tegen de Antichrist. Toch gebeurt dat. Oorzaak is dat Satan wel het kwaad kan bevorderen, maar niet in staat is de resultaten daarvan te modelleren naar zijn smaak. Dienaren van Satan werken namelijk niet samen op basis van respect en vriendschap, maar op basis van angst voor degene boven hen. Bijgevolg is trouw geen woord dat in het boekje van Satan en zijn trawanten voorkomt. Het is daarom dat elke coalitie die Satan smeedt, uiteindelijk uiteenvalt, omdat eenieder zijn eigen belang nastreeft. Als de macht van de Antichrist taant, schuift Satan hem aan de kant.

 

Vers 2b: De stad zal worden ingenomen, de huizen geplunderd en de vrouwen geschonden – Er staat

nergens dat de legers van Gog en de Antichrist slag leveren om Jeruzalem. Kennelijk is de Antichrist al zo verzwakt dat hij Jeruzalem opgeeft en zich met zijn troepen terugtrekt. De veldtocht van Gog uit Magog tegen de Antichrist heeft dus succes. Jeruzalem wordt ingenomen en geplunderd en de  bevolking gemolesteerd. Opvallend is dat niets gezegd wordt over de verwoesting van Jeruzalem – dat gebeurt niet. Op zich wel logisch want Jeruzalem is dan het centrum van de Babylonreligie – de afgodendienst rond het beeld van het Beest dat door een satanische geest tot leven is gewekt (Openbaring 13). Gog – dus Satan – heeft er alle belang bij dat de hoofdstad van de valse Babylonreligie intact blijft.

 

Vers 2c: De helft van de stad zal in ballingschap gaan – De volgelingen van de Antichrist (ambtenaren, politici en collaborerende Joden) zullen onder de dreiging van de komende belegering de stad verlaten.

 

Vers 2d.1: maar het overblijfsel van het bondsvolk zal niet van de stad afgesneden worden – Als alle

volgelingen van de Antichrist gevlucht zijn, rest nog een overblijfsel – de resterende bevolking.  Dat zal voornamelijk bestaan uit Joden die daar al woonden en de oordelen van God overleefd hebben. Zij worden niet afgesneden en dat is een woord dat gewoonlijk op een gewelddadige dood wijst. Als het overblijfsel daarvoor bewaard blijft, bedoelt Zacharia kennelijk de volgelingen van de Antichrist wel afgesneden worden – dus gedood en daar spreken de verzen 4 en 5 over.

 

Vers 2d.2: maar het overblijfsel van het bondsvolk – Zacharia is een nauwgezet verslaggever, want met

deze woorden wordt gezegd dat dit overblijfsel weer in genade is aangenomen, want Jahweh noemt hen: hā‘ām = het bondsvolk, een variant op lo-Ammi. Dat is een koosnaam die we in Hosea 2:22 vinden:

Dan zal Ik (God) … tot Lo-Ammi zeggen: Gij zijt mijn volk. En hij zal zeggen: Mijn God!

Het overblijfsel richt zich dus tot God en roept Hem aan om hulp, zoals reeds in Zacharia 12:10-14 besproken is. Daarvan geeft ook Jesaja 10:20-21 (NBG) bericht:

Het zal te dien dage geschieden, dat de rest van Israël en wat van Jacobs 1) huis ontkomen is, niet langer zullen steunen op hem, die ze 2) sloeg, maar in waarheid steunen zullen op de HERE, de heilige Israëls. Een rest zal zich bekeren, de rest van Jacob, tot de sterke God.1) Dat is Juda; de Joden. 2)  De Antichrist.

Over de inwoners van Jeruzalem worden nog meer details gegeven; Jesaja 4:3 (NBG):

Het zal geschieden, dat wie overgebleven is in Sion, overgelaten in Jeruzalem, heilig zal heten.

Het overblijfsel bekeert zich en wordt daarom heilig genoemd. Zij blijven in Jeruzalem en zien kort daarna de Messias wederkomen op de Olijfberg. Over hen wordt de geest der genade en der gebeden uitgestort. Dan zullen zij inzicht verkrijgen in profetie en beseffen dat het heil vlak voor de deur, op de Olijfberg zal aanvangen. Zij roepen God aan om redding. Blijkens Zacharia 13:9b – Ik zal hen verhoren – volgt de verlossing kort daarna en dat is de wederkomst van Christus op de Olijfberg: Lucas 21:27, 28

  1   Dan zullen zij de Zoon des mensen zien komen op een wolk, met grote macht en heerlijkheid.

  2   Wanneer deze dingen beginnen te geschieden, richt u op en heft uw hoofden omhoog, want uw verlossing genaakt.

 

Vers 3: ten dage van de veldslagen ziet op de verovering van het beloofde land – zoals Jericho. Die werd niet bewerkt door het leger van Israël, maar door ingrijpen van God. Dat is ook hier het geval. Jahweh grijpt in door het zenden van de Plaag (Zacharia 14:12-15), waardoor het vijandelijke leger weggevaagd wordt. Daarnaast zendt Jahweh Jezus Christus, samen met vier hemelse legermachten, voorgesteld door vier strijdwagens (Zacharia 6). Twee gaan naar het Noorderland en ten westen daarvan; dat is het land van de Antichrist. Eén gaat er naar het Zuiderland; waarmee in deze context Afrika bedoeld wordt. De vierde (de rode wagen) blijft achter op de Olijfberg. Die zal ingezet worden voor de slag om Jeruzalem.

Zacharia 14:4-5 Wederkomst van Christus

v4 Op de gestelde dag zullen Zijn voeten op de Olijfberg staan die hoog in het zicht van Jeruzalem ligt, aan de oostkant. Dan zal de Olijfberg in twee delen gesplitst worden. Van het oosten naar het westen zal een langgerekte kloof ontstaan. De ene helft van de berg zal noordwaarts wijken, de andere helft zuidwaarts.

v5 Gij zult vluchten naar de diepe kloof van Mijn bergen, want de kloof van Mijn bergen zal toegesloten worden. Ja, gij zult vluchten zoals u vluchtte voor de aanblik van de grote aardbeving in de dagen van Uzzia, de koning van Juda. Dan zal Jahweh, mijn God, komen en alle heiligen met Hem.

De gestelde dag is een standaardterm die een sleutelmoment in de Raad Gods duidt. In dit geval is dat de wederkomst van Christus. Dan zal vervuld worden, wat de twee engelen tegen de discipelen zeiden die Jezus Christus ten hemel zagen opvaren; Handelingen 1:11 (NBG): Deze Jezus, die van u opgenomen is in de hemel, zal aldus komen, gelijkerwijs gij Hem naar de hemel hebt zien henen gaan.

De wederkomst van Christus zal gelijkerwijs dus binnen zichtafstand van Jeruzalem plaatsvinden. Die plaats moeten we niet op de top van de berg zoeken, maar beneden, aan de westzijde van de berg. Dat is de hof van Gethsemane, want die is daar gelegen. De overgebleven Joden in Jeruzalem (het overblijfsel) zullen de Messias verwachten en wellicht aan de oostzijde van Jeruzalem uitkijken naar de plaats, waar Hij zal aankomen. Dat kan ook, want de afstand bedraagt bij benadering slechts enige honderden meters.

 

in het zicht van Jeruzalem ligt, aan de oostkant – Er is nog een reden waarom de plaats van aankomst   van de Messias onder aan de westzijde van de Olijfberg gezocht moet worden, want deze wordt in twee delen gespleten. Het landen op de top wordt dan wel wat moeilijk. Bovendien zou deze splijting wel eens op bevel van de Messias zelf kunnen plaatsvinden. Zijn komst in grote toorn (naast de dreiging van het leger van Gog) is een heel goede reden voor de volgelingen van de Antichrist (de helft van de stad, vers 2) om in paniek door die kloof weg te vluchten die daarop door Jahweh of Jezus gesloten wordt.

Orthodoxe Joden geloven overigens dat de Messias recht tegenover de Gouden Poort zal aankomen. Dat is weer enige honderden meters rechts van de vermeende plaats van de oude tempel, gerekend vanaf de Olijfberg. In alle gevallen is sprake van de oostzijde van Jeruzalem.

 

De Olijfberg wordt al in 2 Kronieken 3:1 beschreven als een plaats van aanbidding. Jezus Christus kwam vaak op de Olijfberg. Daar begon zijn intocht op Palmzondag (Mattheüs 21:1 en Lucas 21:37) dat een voorvervulling is van de grote intocht, na zijn aankomst op de Olijfberg (Zacharia 14:4). Ook overnachtte Hij daar regelmatig, nadat Hij in de tempel de schare leerde (Lucas 21:37 en Johannes 8:1). Zijn grootste beproeving vond plaats op de Olijfberg (Mattheüs 26:30) en de rede der laatste dingen werd ook weer op die plaats uitgesproken (Mattheüs 24:3).  En als laatste wijzen we op de Hemelvaart, ook die vond daar plaats (Handelingen 1:2). Het is ook de plaats, waar de Heer Jezus zal wederkomen.

 

Vers 4b: Dan zal de Olijfberg in twee delen gesplitst worden. Van het oosten naar het westen zal een langgerekte kloof ontstaan. De ene helft van de berg zal noordwaarts wijken, de andere helft zuidwaarts – De verschijning van de Jezus Christus gaat vergezeld van een grote aardbeving. De Olijfberg wordt in twee delen gespleten, vanuit het oosten (de vlakte van de Dode Zee) naar het westen (de Olijfberg). Dus begint die kloof  vlak voor de oostzijde van de oude stad van Jeruzalem.

De bevolking van Jeruzalem zal ongetwijfeld in paniek raken en vlucht de stad uit – hoewel… – het overblijfsel, zij die God om uitredding bidden, blijft in Jeruzalem achter.

De hoge ligging van Jeruzalem houdt in dat het aantal wegen die uit de stad leiden, beperkt is. Deze

zullen ongetwijfeld alle afgesloten zijn door de troepen van het leger uit de vijandige volken (Gog uit

Magog) dat naar Jeruzalem oprukt. De kloof die door de aardbeving ontstaat, sluit aan op de oude stad van Jeruzalem. Deze kloof biedt aldus de enige uitweg voor vluchtelingen (handlangers van de Antichrist) die daarop door God afgesloten wordt, waardoor zij de dood vinden.

 

Vers 5b: Ja, gij zult vluchten zoals u vluchtte voor de aanblik van de grote aardbeving in de dagen van Uzzia, de koning van Juda. Ook Amos 1:1 spreekt over deze aardbeving, evenals Flavius Josephus. Archeologische vondsten bevestigen dat het een zeer grote aardbeving is geweest.

 

Vers 5c: Dan zal Jahweh, mijn God, komen – Parallel aan de wederkomst van de Messias komt ook Jahweh terug naar de aarde. Daarover profeteert Ezechiël – hem was daarvoor de nieuwe tempel van de Eindtijd getoond en in Ezechiël 43:1-7 (NBG) beschrijft hij de terugkeer van Jahweh naar die tempel.

 

Vers 5d: en alle heiligen met Hem – Het woord heiligen (qəḏōšîm) in het oude Testament heeft een andere betekenis als in het Nieuwe Testament. Dat blijkt bijvoorbeeld uit Psalm 89:8, waar staat: God is zeer ontzagwekkend in de raad der heiligen. Uit deze tekst leiden we af dat er een raad van hoge hemelwezens bestaat. Dat wordt op diverse plaatsen in de Bijbel bevestigd, zoals in Daniël 4:14 (NBV):

Dit vonnis is geveld door de wachters, dit oordeel is gesproken door de heilige engelen.

Zacharia 14:6-7

v6 Het zal geschieden, op de gestelde tijd, dat de stralende zon zal uitdoven.

v7 Het zal geschieden, op de eerste dag die bekend is bij Jahweh – het zal geen normale dag of nacht zijn –, maar ten tijde van de avond zal geschieden: Er zij licht!

Wat beschreven wordt doet denken aan de plagen over Egypte, onder Mozes. Deze onnatuurlijke nacht wordt voorzegd in Johannes 9:4 (NBG): Wij moeten werken de werken desgenen, die Mij gezonden heeft, zolang het dag is; er komt een nacht, waarin niemand werken kan! En in Jesaja 8:22 (NBG): En zie, benauwdheid en duisternis, beangstigende donkerheid en in duisternis is men verstoten.

Aan het einde van de Grote Verdrukking zullen de laatste fiolen van Gods toorn over de mensheid worden uitgegoten en pas daarna zal onder leiding van Jezus Christus het Messiaanse Rijk aanbreken.

 

Vers 7: Het zal geschieden, op de eerste dag die bekend is bij Jahweh – het zal geen normale dag of nacht zijn –, maar ten tijde van de avond zal geschieden: Hij zal het licht zijn – De lengte van die duistere periode is niet bekend; een dag?... een week?.... We weten het niet. Voor allen die het mee zullen maken, zal het een ontzettend beklemmende belevenis zijn. En dan is zelfs 24 uur al heel erg lang.

 

Vers 7a: Het zal geschieden, op de eerste dag die bekend is bij Jahweh – God zelf bepaald duur en afloop, zoals de Heer Jezus heeft voorzegd in Mattheüs 24:36, die nog eens herhalen:

36 Doch van die dag en van die ure weet niemand, ook de engelen der hemelen niet, ook de Zoon niet, maar de Vader alleen. En in Handelingen 1:6-7 (NBG):

  6 Zij dan (de discipelen), die daar bijeengekomen waren, vroegen Hem en zeiden: Here, herstelt Gij in deze tijd het koningschap voor Israël?

  7 Hij zeide tot hen: Het is niet uw zaak de tijden of gelegenheden te weten, waarover de Vader de beschikking aan Zich gehouden heeft, 

 

Vers 7b: het zal geen normale dag of nacht zijn – De grote aardbevingen en het oorlogsgeweld zullen de hemel verduisteren met stof en rook. Het zal donker worden,  zonder onderscheid van dag of nacht.

 

Vers 7c: maar ten tijde van de avond zal geschieden: Hij zal het licht zijn – Letterlijk staat er: yihyeh ’ōwr; dat betekent: er zij licht! Maar, we kunnen misschien nog wat dieper gaan. De uitdrukking yihyeh ’ōwr  is in dit geval onpersoonlijk vertaald. Het staat echter in de derde persoon enkelvoud, dus kunnen we wellicht ook lezen: Hij (Jahweh) zal het licht zijn. De Grote Verdrukking eindigt met een nieuw begin. Het aanbreken van de wereldsabbat; dat is het Messiaanse Rijk. Daarmee begint de tweede wereld op dezelfde wijze als de eerste wereld begon. Genesis 3:3 getuigt daarover:

En God zeide: Er zij licht; en er was licht. En God zag, dat het licht goed was en God maakte scheiding tussen licht en de duisternis. En Jesaja 9:1 (NBG):

Het volk, dat in donkerheid wandelt, ziet een groot licht; over hen, die wonen in een land van diepe duisternis, straalt een licht.

De profetie van Zacharia 14:7c wordt algemeen zo verstaan dat sprake is van ‘geestelijke verlichting’. Maar waarschijnlijk spreekt Jesaja over twee vormen van verlichting; zegt hij dat de komst van Jahweh naar Jeruzalem (Hij) ook de stad zal verlichten (Jesaja 9:1).

 

Terug naar overzicht
2022 Zacharia - Aflevering 12: Zacharia 14