Theologie

Recensie van de Uitgever
Met de uitgave van De Profeet Hosea heeft de zevende Bijbelverklaring van Gert van de Weerd het licht gezien.  Aanvankelijk was een nieuw boek van zijn hand een gebeurtenis die tot weinig of geen ruchtbaarheid leidde. Dat is wel veranderd. Zijn laatste boeken trekken in toenemende mate de aandacht en een groeiend aantal christenen kijkt nu uit naar zijn volgende boek.

Wie niet gelooft is een sukkel
Gert van de Weerd houdt niet van vaagheden, dat wordt al snel duidelijk. Zijn betogen ademen een grote overtuiging uit. Zo begint hij nieuwe bijbelstudies onder jongeren steevast met de oneliner: ‘Wie niet gelooft is een sukkel’. Met deze prikkelende uitspraak trok hij zelfs de aandacht van de befaamde columnist J. L. Heldring, in het NRC Handelsblad. Die uitspraak is tevens kenmerkend voor zijn stijl. Die is zonder veel omhaal van woorden en daar zit gewoonlijk geen woord ‘Frans’ bij.

Ter inleiding: Kernelementen
Een recensie over de inhoud van De verklaring van De Profeet Hosea is niet eenvoudig. Die lokt namelijk een brede discussie uit, want deze uitgave doet nieuw licht schijnen over de profetie van Hosea. We geven daarom eerst een inleiding. Die vormt een samenvatting van kernelementen uit voorgaande boeken van Gert van de Weerd en wat toegevoegde noten van de schrijver. Daarna gaan we wat dieper op de methode van verklaren van deze ongewone theoloog in.

Logica als kernwoord
Het woord logica wordt zelden als kernwoord bij Bijbelverklaringen ingezet. Integendeel, het lijkt wel of de hermeneutiek (= uitlegkunde) zich voor een belangrijk deel in een niet afgebakend schemergebied beweegt. Dat geldt vooral de verklaringen die de profetische geschriften uit de Bijbel tot onderwerp hebben. Oorzaken voor die ondoorzichtigheid zijn de volstrekt verschillende invalshoeken waaruit theologen hun exegese bedrijven.

Seculiere, maar ook veel vrijzinnige exegeten, beschouwen de Bijbel als een vrij willekeurige verzameling van godsdienstige geschriften. Zij veronderstellen geen Grote Regisseur (God dus), die de bron van dit alles is. Daarom onderkennen zij ook geen Goddelijke inspiratie en een daaruit voortvloeiende samenhang tussen de Bijbelboeken. Exegeten van die signatuur zoeken de oorsprong van de Bijbel gewoonlijk bij de mens zelf. Niet-Bijbelse bronnen spelen daarom een belangrijke en vaak ‘corrigerende’ rol bij zowel de vertalingen als verklaringen uit die hoek. Vandaar dat de menselijke inbreng (dus de invloed van de exegeet) in hun geschriften groot is. Zo draperen zij de grilligheid van het menselijke gedrag over de boodschap van Gods woord heen. Het resultaat is dat de Bijbel verduisterd wordt en zijn heilig aanzien verliest. Daarmee degradeert het tot een boek van het (algemeen betwijfeld) christelijk geloof.

De Bijbelvaste en ook de orthodoxe onderzoeker plaatsen God wel in het middelpunt van hun exegese. Die benadering leidt helaas lang niet altijd tot helderheid en logica. Maar, daar waar die ontbreekt wordt de eigen theologie gestut door de dogmatiek. Die levert vervolgens het ontbrekende cement om het theologische bouwwerk overeind te houden.

Een christelijke kerk kan niet zonder duidelijke uitspraken over belangrijke geloofszaken (dogma’s dus), dat is duidelijk. In het algemeen moet echter gezegd worden, dat men daarin wel erg ver doorgeschoten is.

De tucht van het dogma
Dogmatiek en logica hebben in de praktijk nauwelijks raakvlakken met elkaar. Logica steunt op feitenkennis (in dit geval de letterlijke tekst van de Bijbel). Dogmatiek op persoonlijk inzicht en eigen overtuiging. Logica is dus universeel inzetbaar, maar dogma’s steunen gewoonlijk ‘het gelijk’ van één bepaalde groep of stroming. Ze roepen, naar hun aard, niet op tot gedegen onderzoek en/of open discussie. Integendeel, dogma’s worden opgesteld om als feiten te dienen, die geen tegenspraak toelaten.

Door hun absolute karakter worden sommige kerkelijke dogma’s, die geacht worden in de Bijbel geworteld te zijn, losgekoppeld van de controlerende werking van diezelfde Bijbel. Dat blijkt wel als er een dogma dreigt te wankelen. De haast automatische reactie is dan om de argumentatie, die de eigen geloofsleer overeind moet houden, naar het geestelijke domein te verplaatsen. Als ultieme argument spreekt men vervolgens van verlichting door de Heilige Geest, als arbitrale bron. Dat kan, op zich, zeker een geldig argument zijn. Echter, het wordt niet zelden gebruikt, om zo het eigen gelijk van extra gewicht te voorzien en de discussie te smoren. Helaas is een ‘openbaring’ geen gemakkelijk meetbaar fenomeen. Een beroep op de Heilige Geest of op een persoonlijke Godsopenbaring brengt dan ook zelden de oplossing bij verschil van mening over belangrijke theologische zaken. Dat is al helemaal niet het geval, als beide zijden dat claimen. Want in de praktijk blijken de standpunten nogal eens lijnrecht tegenover elkaar te staan. Het verscherpt zo de tegenstellingen en dat eindigt niet zelden in een scheiding der geesten.

Theologie en logica
Gert van de Weerd legt in zijn bijbelverklaringen – tot verrassing van velen, zo blijkt uit de commentaren – een logisch gestructureerd theologisch bouwwerk neer. De basis daarvoor is een letterlijke interpretatie van de Heilige Schrift. Een dergelijke methode van verklaren onttrekt zich, per definitie, aan de invloed van de kerkelijke dogmatiek, waarmee hij dan ook nogal eens in aanvaring komt.

Van de Weerd fundeert zijn stellingen niet op de gehele Bijbel; zeg maar van kaft tot kaft. Hij brengt een selectie aan. Mede op basis van 2 Petrus 1:19-21 plaatst hij de profeten (ook de boeken van Mozes) op een hoger plan dan de overige Bijbelboeken *. Onder die noemer rangschikt hij ook sommige uitspraken van de apostel Paulus (voorzover dat profetie betreft) en de Openbaring van Johannes (ook een profetisch boek).

* Daarmee verschuift het zwaartepunt van de godsopenbaring wel naar het Oude Testament. Hij vindt dat echter logisch, want (zo stelt hij): Jezus kende geen Nieuwe Testament. Zijn theologie is gebaseerd op het Oude en Hij is toch ons grote voorbeeld?

Drie stellingen
Gert van de Weerd maakt nadrukkelijk onderscheid tussen geïnspireerd en gedicteerd. Het laatste ziet hij als hét kenmerk van profetische Bijbelboeken en teksten. Hij omschrijft die als: een woord-voor-woord gedicteerde boodschap van God. Daarop fundeert hij de volgende stellingen, die een raamwerk vormen voor zijn methode van Bijbelverklaring:

  1. Hoewel in de Bijbel verschillende profeten tot ons spreken, geven zij de woorden van één en dezelfde God door. Aangezien de Almachtige Zichzelf niet kán tegenspreken, moet de exegese altijd tot een volmaakte overeenstemming tussen de profeten leiden. Elke andere oplossing doet tekort aan de goddelijke signatuur van de profetie.

  2. Indien een profetische Bijbeltekst (gewoonlijk een vertaling) de suggestie wekt, strijdig te zijn met andere profetische teksten (zonder dat de profetie deze afwijking toelicht), dan deugt hoogstwaarschijnlijk de vertaling niet. Daarom besteedt Gert van de Weerd heel veel aandacht aan het bestuderen van de grondtekst en zoekt hij daar het antwoord.

  3. De kennis van de grondtekst is in de laatste 50 jaar sterk toegenomen. Daarom is een beroep op fouten als gevolg van ‘slordig overschrijven’ of veronderstelde ‘latere bijschrijvingen’ (waardoor vertalers en exegeten hun eigen exegese denken te rechtvaardigen) nauwelijks nog relevant. In deze verwijst hij onder andere naar Daniël 12:4b (NBG): velen zullen onderzoek doen, en de kennis zal vermeerderen. Gert van de Weerd stelt, dat deze profetie in onze tijd wordt vervuld en dat we heden zeer dicht bij de brontekst zijn aangekomen.

Zijn exegese doet sommige dogma’s wankelen
Met de gegeven drie stellingen als vertrekpunt ontstaat een logisch gestructureerde methode van exegetiseren. Ook komt zo het ijkpunt van de exegese weer bij de letter van de Heilige Schrift te liggen, niet bij een verklaring of bij een bepaald dogma. Gert van de Weerd gaat daarin heel consequent te werk.

Een dergelijke methode van verklaren is echter niet zonder gevolg. Het doet sommige kerkelijke dogma’s wankelen, zoals ds. H. Bette terecht opmerkte in een reactie op De Verklaring van De Profeet Ezechiël. Desondanks zijn de commentaren op zijn boeken overwegend positief tot enthousiast. Ds. Blokhuis (Ned. Ger.) schreef: Ik ben enthousiast over de uitgangspunten en de daarmee corresponderende uitleg. Drs. Van de Burg (Chr. Hogeschool Ede) kwalificeerde De Verklaring van De Profeet Ezechiël als een meesterwerk. Prof. Dr. B. Smalhout (emeritus hoogleraar en columnist) gaf als commentaar: De grote verdienste van Gert van de Weerd is de nauwkeurige analyse van het Hebreeuwse idioom. Dato Steenhuis (bekend evangelist) sprak van: helder, verrassend en zeer opbouwend. En Ds. A. Bijlsma (Vrij Evangelische Kerk) loofde de schrijver voor zijn SCHRIFT-verkondiging. Hij zei tevens: Wat een werk … machtig, boeiend en verrijkend!

Alle profetie werkt naar één en dezelfde eindhalte toe
Volgens Gert van de Weerd spreekt God met één mond door verschillende profeten. Hij beschouwt daarom alle Bijbelse profetie uit het Oude Testament onderschikt aan dezelfde doestelling. Om dat doel zichtbaar te maken legt hij een duidelijk herkenbaar raamwerk over de profetie heen. Dat doet vervolgens dienst als een soort werkschema dat vanuit het toenmalige ‘nu’ van de profeet naar een algemeen geldend einddoel toewerkt. Dat is de komst van de Messias (Jezus Christus) en de stichting van het Messiaanse Rijk. Daarom legt hij steeds weer dwarsverbanden tussen profetenboeken om dat duidelijk te maken.

De Gemeente en Israël gaan gescheiden wegen
In zijn exegeses over het Oude testament is de Gemeente van Christus een onbekend fenomeen. Gert van de Weerd legt namelijk een scherpe scheiding tussen de Gemeente van Christus en het volk Israël. Zij gaan - zo stelt hij met grote nadruk – verschillende heilswegen. Dat is een theologisch standpunt dat niet door iedereen zal worden omarmd. Het vormt echter wel een onmisbaar onderdeel van zijn ‘theologie van de logica’. Hij neemt dan ook - en dat zal maar weinigen verassen - zonder enige reserve afstand van de vergeestelijkingstheorie.

Geen tegenstrijdigheden?
Met zijn manier van verklaren neemt Gert van de Weerd echter wel een groot risico. Hij accepteert geen tegenstrijdigheden in Bijbelse profetie. Dus wat te doen als je die toch tegenkomt? Wel, daarop heeft hij een heel eenvoudig antwoord: Ik kom ze niet tegen! Vanuit dit rotsvaste vertrouwen schrijft hij met grote gedrevenheid zijn boeken – tot nu toe zeven lijvige delen – terwijl hij er nog eens zes hoopt te voltooien in de komende jaren. Je moet maar durven.

Een unieke Exegese
Al met al is zo wel een nieuwe manier van Bijbelverklaren ontstaan. Die wordt dan ook niet door iedereen geaccepteerd. De motieven voor de kritiek op zijn werk zijn echter heel verschillend van aard.

Aan seculiere en/of vrijzinnige zijde leidt de rechtlijnigheid, waarmee Gert van de Weerd theologie bedrijft bij sommigen tot irritatie. Zijn wetenschappelijke aanpak – iets wat juist van die zijde exclusief geclaimd wordt – brengt hen namelijk in verlegenheid. Die irritatie geldt zelden de woordstudies uit de grondtekst. Die worden namelijk breed gefundeerd, ook op werken van seculiere en vrijzinnige geleerden. Echter de exegeses, die hij voor een belangrijk deel op hun werken fundeert (en dat doet pijn!), zijn bepaald niet van vrijzinnige aard. Die vallen onder de noemer schriftgelovig en Bijbelvast. In die kringen vindt men hem daarom veel te orthodox en te rechtzinnig. Het gezag van de Heilige Schrift speelt daar nu eenmaal geen grote rol.

Meer Bijbelvaste (evangelische) en/of orthodoxe kringen nemen hem echter wel serieus. Natuurlijk is er kritiek op een aantal van zijn conclusies en stellingen. Daar staan de soms zeer uiteenlopende visies over het heil en de Eindtijd wel borg voor. Die kritiek wordt echter getemperd door het feit, dat Gert van de Weerd het gezag van de Bijbel nooit ter discussie stelt. Daarin ontvangt hij in brede kringen en vooral van orthodoxe zijde, grote waardering.

Een betrouwbaar commentaar
De bekende radiopastor ds. J. H. Velema (Chr. Ger. Kerk) schreef in zijn recensie over De Verklaring van De Profeet Ezechiël, deel 1, in De Wekker: Een betrouwbaar commentaar van een Schriftkenner die onvoorwaardelijk buigt voor het gezag van de Heilige Schrift. Dat is een verrassend groot compliment. Want ds. J. H. Velema noemt zichzelf oerreformatorisch en heeft vanuit zijn dogmatiek beslist wel moeite met onderdelen van de exegese, die Gert van de Weerd voorstaat. Ds. G. H. Abma (P.K.N.) gaf als commentaar: Er is lef voor nodig om de Bijbel zo realistisch te verstaan. Waar je in de loop der tijd erg aan gehecht geraakt bent, moet opgegeven worden. Maar ik kan iedereen verzekeren dat je tevens een enorme winst kunt boeken. Wel, ook dat is een opmerkelijke én een zeer positieve reactie.

Een interessante overweging
Een niet gering aantal Bijbelvaste theologen komt zo wel in een spagaat te staan. Ze erkennen dat Gert van de Weerd het gezag van de Heilige Schrift boven alles stelt. Ook waarderen zij de grondigheid van zijn jarenlange studie. Echter, zij kunnen soms niet mee in de conclusies die hij uit zijn schriftonderzoek trekt. Die mengeling van waardering en afwijzing (soms ook ergernis) accentueert wel, dat Gert van de Weerd op ongewone wijze theologie bedrijft. Hij is dan ook niet gemakkelijk in een bepaalde stroming onder te brengen. Dat bracht Prof. Dr. W. H. Velema (lezing Ede, maart 2005) tot een interessante overweging:

De verklaringen van Gert van de Weerd zijn niet in een bestaande stroming (te
weten drie) in te passen. Wellicht moet ik zeggen, dat hij zo uniek is, dat er een vierde model nodig is ter typering van zijn werk.

Lezen wat er staat!
De letterlijke interpretatie van de grondtekst en de methode van Bijbelverklaren, die Gert van de Weerd toepast, leidt zo wel tot verdieping van de begrippen schriftgetrouw en Bijbelvast. Als methode is Schrift met Schrift vergelijken bij hem geen loze kreet, maar hét correctie-instrument bij uitstek in al zijn Bijbelverklaringen.

Een dergelijke manier van exegese bedrijven vermindert tevens de dogmatische (lees menselijke) inbreng bij het verklaren van Gods Woord. Want een compromisloos volgen van de grondtekst van de Bijbel laat aanzienlijk minder speelruimte over voor exegeten en vertalers, dan de traditie op dit punt suggereert.

Wijst Van de Weerd daarom de allegorische exegese af?
Dat zou je wel mogen verwachten, want hij mijdt de allegorie, als methode van verklaren, in al zijn boeken. Echter, dat is nu het wonderlijke, dat doet hij niet. Hij plaatst slechts de letterlijke betekenis van de Bijbel boven de allegorische. Zo schrijft hij op pagina 10 van De Profeet Hosea: Dus toch de allegorische exegese? Zeker, mits deze de carnale exegese niet vervangt. Zo kunnen we toch Matthew Henry en Spurgeon lezen. Beiden oprechte kinderen van God die in het wel en wee van het volk Israël de moeilijke weg zagen van de Gemeente des Heren, maar ook van de individuele gelovige. Want de voortdurende strijd tegen het kwaad en de worsteling om God juist te dienen is een herkenbaar patroon. Daarin vergaat het de Gemeente niet anders dan het oude volk.

Nieuw licht op de Bijbel?
Rijst de vraag of Gert van de Weerd met zijn boeken iets nieuw toevoegt aan de theologie. Ds. H. Schouten (Het Zoeklicht) deed daarover een opmerkelijke uitspraak: Zijn verklaringen over de boeken van de profeten dragen een profetisch karakter. Wel, dat liegt er niet om. Ds. J.C. Schuurman jr. (Reformatorisch Dagblad; 2005) schreef in zijn recensie: Wie deze commentaren doorneemt (De Profeet Ezechiël, 1 en 2), stuit op verrassende – en soms ook nieuwe – inzichten. En De Gezinsgids schreef naar aanleiding van De Verklaring van De Profeet Ezechiël, deel 1: De boeken van Gert van de Weerd leveren een schat aan informatie. Van de Weerd verricht een geweldig werk.

Een verfrissend geluid
De Bijbelverklaringen van Gert van de Weerd trekken de aandacht, dat is duidelijk. Hij laat een nieuw geluid horen. Nu niet eens op het terrein van de schriftkritiek (zoals meestal het geval is), maar vanuit schriftgelovig standpunt. Dat is hoopvol en verfrissend en dat wordt als zodanig ook onderkend, zelfs buiten onze grenzen. Zo schreef Prof. Dr. S. D. Schmitt (Montemorelos University, Mexico) over De verklaring van De Profeet Daniël: Een heel interessant commentaar die nieuw licht doet schijnen (over de profetieën). En J. Hartkamp (Zuid-Afrika) verwoordde zijn waardering aldus: Wat een zegen is Daniël 1 en 2 voor mij. Ik doe het langzaam. Ik dank God dat hij u het inzicht heeft gegeven om al deze informatie door te geven.

Een voorlopige conclusie
Doet Gert van de Weerd inderdaad een nieuw licht schijnen over de uitleg van Bijbelse profetieën? Het lijkt er wel op, maar voor een conclusie is het nog te vroeg. We wachten dus af tot – zo hopen we – alle profetenboeken door hem behandeld zijn. Tot dan volgen we zijn ontdekkingsreis met grote interesse. Op deze weg is De Verklaring van De Profeet Hosea weer een mijlpaal. En, gezien de inhoud, zal dit boek wel wat stof doen opwaaien.

Ondertussen hebben duizenden van zijn boeken hun weg onder schriftgelovige christenen gevonden, van reformatorisch tot evangelisch. Ze vormen de basis voor Bijbelstudies die – dat durven we wel te zeggen – er zeker niet saaier op zijn geworden.